Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zeiden tot hem: [29]Weet gij wel, dat Baalis, de koning der kinderen Ammons, Ismael, den zoon van Nethanja, uitgezonden heeft, om u [30]aan het leven te slaan? Maar Gedalia, de zoon van Ahikam, geloofde hen niet. 29. Hebreeuws, weet gij wetende. 30. Hebreeuws, om u te slaan [aan] de ziel; dat is, u om het leven te brengen. Zie Deut.19:6, met de aantekening alzo in Jer.40:15.